Kunnen de statuten van een NV voorzien in een flexibele omschakeling tussen een raad van bestuur en een enige bestuurder, zonder nieuwe statutenwijziging?

[ad_1]

Een publish door gastblogger Carl Clottens (Eubelius, KU Leuven)

Sinds het WVV zijn er in de NV drie bestuursmodellen mogelijk: een klassieke, collegiale raad van bestuur bestaande uit minstens drie (of uitzonderlijk twee) bestuurders (zgn. monistisch bestuur), een enige bestuurder of een duaal bestuur bestaande uit een raad van toezicht en een directieraad. De vraag of een flexibele omschakeling mogelijk is van een raad van bestuur naar een enige bestuurder of omgekeerd, zonder een nieuwe statutenwijziging maar bv. louter door het ontslag of de benoeming van bestuurders, is sinds de invoering van het WVV voorwerp van discussie.

Volgens een deel van de rechtsleer moet een NV uitdrukkelijk en ondubbelzinnig kiezen voor één van de drie bestuursmodellen en is het niet mogelijk om een facultatieve clausule op te nemen die voorziet in de omschakeling van het bestuursmodel met één bestuurder naar een raad van bestuur (of omgekeerd) afhankelijk van de vraag of één of meer bestuurders worden benoemd of in functie blijven, zonder wijziging van de statuten[1].

Een andere strekking aanvaardt dergelijke mogelijkheid wel, onder meer onder verwijzing naar de BV, waar deze flexibiliteit sinds lang bestaat[2].

Hoewel controversieel, is het gebruik van dergelijke facultatieve clausules in de NV intussen wijdverspreid.

In een latest advies nr. 2023/004 van 21 juni 2024 besluit het Adviescomité inzake Vennootschappen en Verenigingen (CASAVV)[3], na een uiteenzetting van de twee strekkingen, dat de huidige wettekst niet toelaat om deze discussie te beslechten.

In afwachting van een wettelijke verduidelijking, waartoe het CASAVV oproept, doet het CASAVV een aantal aanbevelingen voor wie dit soort clausules toch zou blijven gebruiken. Dergelijke clausules moeten voldoende worden doordacht en uitgewerkt, om misverstanden, interpretatieproblemen of onvoorziene gevolgen te vermijden.

Zo moet volgens het CASAVV onder meer aandacht wordt besteed aan:

  • “de omstandigheden die de overschakeling van een monistisch bestuur naar een bestuursvorm met enige bestuurder kunnen teweegbrengen, en omgekeerd: hetzij een uitdrukkelijke beslissing van de algemene vergadering (bijv. ontslag en/of benoeming), hetzij de vervulling van één of meer in de statuten bepaalde voorwaarden (bijv. overlijden, beroepsverbod, onbekwaamheid, …). In alle gevallen is naar de mening van het Comité de tussenkomst van de algemene vergadering om de overschakeling te beslissen, dan wel huge te stellen, de betere optie. Dit besluit van de algemene vergadering moet ook worden bekendgemaakt;
  • de duur van de lopende mandaten bij omschakeling van een monistisch bestuur naar een bestuursvorm met enige bestuurder. Bij stilzwijgen van de statuten kan de enige bestuurder enkel zijn lopende mandaat van most zes jaar verderzetten;
  • de wijze waarop de overschakeling bekend gemaakt wordt aan derden, om rechtsonzekerheid te vermijden. De publicatie in het Belgisch Staatsblad moet de wijziging van de bestuursvorm weergeven. De statuten bepalen bij voorkeur dat elke overschakeling bekendgemaakt moet worden in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad, om te voldoen aan artikel 2:8, §1, derde lid juncto 2:14 WVV;
  • de bijzondere prerogatieven en lasten waarmee de enige bestuurder op grond van het WVV statutair kan worden bekleed (bijv. hoofdelijke aansprakelijkheid, vetorecht, …);
  • de coherentie met andere statutaire bepalingen, bijv. vertegenwoordigingsregelingen, die rekening dienen te houden met de twee alternatieve bestuursvormen ”.

Carl Clottens


[1] H. DE WULF en M. WYCKAERT, “Effecten bij BV, NV en CV : categorieën, soorten, overdracht, uitgifte en inkoop” in Het WVV doorgelicht, Brussel, Intersentia, 2021, p. 199; S. COOLS en J. LANNOY, “Keuze van een vennootschapsvorm : BV of NV ?” in Reduce na twee jaar WVV, Roularta Media Group, Roeselare, 2022, p. 200; (impliciet) R. HOUBEN en H. BRAECKMANS, “Het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV) (deel 1)”, RW 2019-2020, (523) 532.

[2] S. VAN HAUTE en H. JANSEN, “Bestuur”, in X (ed.), De NV in de praktijk, Mechelen, Kluwer, 2021, p. WVV-I.4.2 – 1 – 2.

[3] Het CASAVV werd opgericht in samenwerking tussen de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat (Fednot) en het Belgisch Centrum voor Vennootschapsrecht (BCV). Het streeft ernaar om by way of haar adviezen te komen tot een uniforme interpretatie van het WVV.

[ad_2]

Recent Articles

Related Stories

Leave A Reply

Please enter your comment!
Please enter your name here